— Deze blogpost werd geschreven door masterstudent Andrée Walravens, voor het vak Bijzondere Vraagstukken: Oudgriekse Letterkunde. De opinies en argumenten in deze blogpost zijn die van de student en weerspiegelen niet noodzakelijkerwijs het officiële beleid of standpunt van de Afdeling Grieks. Voorbeelden van analyse uitgevoerd in deze blogpost zijn slechts voorbeelden.
Zowel in 2014 als in 2019 schitterde Angelina Jolie als Maleficent in de gelijknamige films. In een weinig verhullende jurk speelt ze de kwaadaardige heks uit Doornroosje (al wordt dat kwaadaardig element in de films genuanceerd). Wanneer ik naar de afbeelding kijk uit de trailer van Maleficent, kan ik mij niet van de indruk ontdoen dat er bewust gekozen is voor verleidelijke en uitdagende kledij. De makers kozen ervoor om Jolies lichaam te accuentueren. Gevaarlijke vrouwen worden wel vaker in een sexy outfit gestoken, liefst met hoge hakken. Zo zag ik onlangs de trailer van de nieuwste verfilming van 101 dalmatiërs, waarin de slechterik Cruella rode naaldhakken draagt. Ik vermoed dat u zelf ook nog wel een aantal voorbeelden kan bedenken. Schrikken mooie lichamen ons af? Staat een sexy jurk voor ons gelijk aan gevaar?
De sirene, beter bekend als…
Gevaarlijke vrouwen (of vrouwelijke wezens) worden doorheen de geschiedenis vaak voorgesteld als lustobject. Over één van die wezens wil ik het in deze blogpost hebben, namelijk de sirene. Voor veel mensen zijn sirenen en zeemeerminnen één en hetzelfde wezen. Dit is niet altijd zo geweest, maar daarover later meer.
Misschien is een sirene voor u eerder onschuldig en hoort ze niet thuis in de categorie “gevaarlijk”. Ik kan het u ook niet kwalijk nemen, elke kindercollectie heeft wel ergens een afbeelding van een zeemeerminnetje in glitters. Toch vallen ze binnen de mythologie onder het label monster en hebben ze gevaarlijke krachten. Met hun prachtige stem lokken ze zeevaarders immers naar zich toe en brengen ze hun boten tot zinken op de klippen. Ze komen ook voor in een bekende passage uit de Odyssee. In deze epische tekst vaart Odysseus na tien jaren oorlog in Troje terug naar huis. Zijn terugreis is niet zonder gevaar en duurt opnieuw tien jaar. Op zijn tocht komt hij de tovenares Circe tegen die hem waarschuwt voor een aantal obstakels onderweg, waaronder de sirenen:
Eerst kom je bij de Sirenen, die sterflijke mensen verleiden
als ze zich dicht in hun buurt wagen. Want wie argeloos nadert
en naar de zang luistert van de Sirenen, die komt niet meer thuis, die
vriend, en die wordt door zijn vrouw en kindertjes nooit meer verwelkomd,
want de Sirenen betoveren hem met hun lokkende stemmen.
Op het veld om hen heen ligt een hoge berg mensenskeletten,
Waarvan het vlees is weggerot en de huid is verschrompeld.
(Odyssee boek 12.39-46, vertaling Imme Dros)
Noch vogel, noch vis
Als ik u zou vragen een sirene te tekenen, tekent u waarschijnlijk een vrouw met lange lokken en een vissenstaart. Misschien tekent u er wel een spiegel of een muziekinstrument bij. U geeft uw creatie waarschijnlijk perfecte ronde borsten en een prachtig bovenlichaam. U hoeft geen potlood in de hand te nemen. Neem eens een kijkje naar het schilderij van John William Waterhouse uit 1900: beantwoordt dit tafereel aan uw beeld van een sirene? Ik vermoed van wel. Ze kamt haar lange haren door en met haar arm kan ze nog net haar borsten bedekken. Naast haar staat een blinkende schaal met juwelen; met haar onschuldige blik weet ze de kijker te verleiden. Hoewel deze beschrijving volledig voldoet aan wat een sirene de dag van vandaag is, is dit niet altijd zo geweest. Oorspronkelijk had een sirene een vogellichaam en een menselijk hoofd, meestal dat van een vrouw. Dezelfde Waterhouse schilderde ook een tafereel uit de Odyssee, want Odysseus volgde wel degelijk het advies van Circe en liet zich vastbinden aan de mast van zijn schip, terwijl zijn bemanning hun oren vol was propten. Zo kon hij zonder gevaar het gezang van de sirenen horen. Hoewel er niet letterlijk vermeld wordt dat de wezens een vogellichaam hebben, weten we dankzij beeldjes en vaasafbeeldingen uit de oudheid hoe de wezens er zouden hebben uitgezien. Ook uit andere teksten blijkt dat sirenen toen nog veren hadden. In het toneelstuk Helena van Euripides bidt Helena tot de sirenen als ‘gevederde jonge vrouwen, dochters van Aarde, Sirenen!’ (Euripides Helena 167)
Verhaal met een staartje
Hoe komt het dan dat sirenen en zeemeerminnen voor ons één pot nat zijn? Het beeld van sirenen dat vandaag domineert, is sinds de Renaissance overheersend. Toch was het geen plotse omschakeling. Er ging een heel proces aan vooraf. Dit proces beschrijft Claire Cannell in haar paper From bird-woman to mermaid: The shifting image of the Medieval Siren. De eerste stappen in deze evolutie werden in de middeleeuwen onder invloed van het Christendom gezet. Beetje bij beetje werden sirenen namelijk een representatie van de angst van mannen voor vrouwelijke verleiding. In de vierde eeuw, bijvoorbeeld, vertaalt Hiëronymus van Stridon de bijbel naar het Latijn. In een commentaar bij het boek van Isaiah geeft hij deze beschrijving van de sirene: ‘Sirenen worden thennim genoemd, wat we interpreteren als ofwel demonen, ofwel een soort monsters, ofwel grote draken, die gekuifd zijn en kunnen vliegen’. (Hiëronymus In Esaiam. PL 24.163).
Hiëronymus associeert sirenen met slangen en draken, en linkt ze zo aan de duivel die als slang in de levensboom Eva probeert te verleiden. De slang overtuigt haar, op sirene-achtige wijze, om een hap van de verboden vrucht te nemen. Daarnaast schrijft Hiëronymus dat sirenen thuis zijn in ‘tempels van plezier’. Ze zijn voor hem dus een lustobject. Hier ontstaat ook een link tussen prostituees en sirenen. De christelijke leer probeert mannen te waarschuwen voor het gevaar van verleiding en gebruikt hiervoor het figuur van de sirene. Pas in de zevende of achtste eeuw krijgen sirenen ook in tekstvorm een staart, namelijk in de Liber Monstrorum: ‘Sirenen zijn zee-vrouwen, die zeevaarders misleiden met de buitengewone schoonheid van hun uiterlijk en de zoetheid van hun lied. Ze lijken het meeste op mensen van het hoofd tot de navel en hebben het lichaam van een meisje, maar ze hebben geschubde vissenstaarten, waarmee ze altijd op de loer liggen in de zee. (Liber Monstrorum 1.6)
Gezocht: vertaler vrij van vooroordelen
Veel vertalers van de Odyssee zich hebben laten beïnvloeden door moderne ideeën over sirenen, argumenteert Emily Wilson in een interview met Asher Elbein (2018). Wilson, de eerste vrouw die de Odyssee integraal vertaalde naar het Engels, argumenteert dat het vogellichaam van de sirene zeer betekenisvol is. Vogels werden vaak geassocieerd met goden en spirituele voortekens. Ze argumenteert: ‘They inhabit the water, the air, and the earth. They are also associated with song; they have voices that are not human voices, and kinds of movement that are not the same as human kinds of movement’. (Elbein 2018)
Vogels werden in antieke mediterraanse en midden-oosterse culturen vaak afgebeeld terwijl ze doden naar de onderwereld brachten. Daardoor zouden ze ook kennis hebben over verleden, heden en toekomst die een sterveling niet bezit. Voor Wilson ligt daar het verleidelijke van de sirene, en dus zonder seksuele aantrekking zoals ze in de middeleeuwen werden afgebeeld. In tegenstelling tot Circe en Calypso, twee godinnen waarmee Odysseus in aanraking komt in de Odyssee, is er geen beschrijving van het uiterlijk van de sirenen. Enkel hun stem wordt uitgebreid behandelt. Toch zal u gemakkelijk vertalingen vinden waarin sirenen overdreven geseksualiseerd zijn. Zo vertalen sommigen mond met lippen, wat toch meer de nuance opwekt van een sirene als lustobject. Deze vertaling vindt u ook in de Loeb-editie (Loeb Classical Library heeft als doel Griekse en Latijnse teksten voor een breed publiek beschikbaar te stellen en is alomtegenwoordig in de studie van de klassieke talen): ‘For never yet has any man rowed past the island in his black ship until he has heard the sweet voice from our lips; instead, he has joy of it, and goes his way a wiser man.’ (Odyssee 12.87-88, vertaling A.T. Murray 1919)
Van verleidelijke verhalen tot wellustige waterwezens
Oorspronkelijk zijn sirenen vogels met een vrouwenhoofd. Ze zingen liederen over zaken die het menselijke weten te boven gaan. Doorheen de geschiedenis zijn ze hun veren kwijtgeraakt en kregen ze een vissenstaart. Dit gebeurde niet zomaar. Onder invloed van het christendom kregen sirenen een steeds seksueler getinte invulling. Zo is er meer naakt te zien, dragen ze juwelen, en hebben ze een prachtige haardos. Vaak kammen ze hun haar en hebben ze een spiegel in de hand, wat toch de focus op hun sensuele uiterlijk legt. De evolutie van monsterlijk wezen naar lustobject mag dan wel sterk gestuurd zijn door het christendom, toch gebeurt het nu nog. Maleficent moet geen nauwsluitende jurk aan om een heks te zijn. Toch vinden we blijkbaar dat een vrouw pas echt gevaarlijk is als ze er ook goed uit ziet. Misschien een uitdaging voor de filmmakers van nu en de toekomst om in te schatten of die seksuele laag wel echt nodig is.
Bibliografie
Austern, L., & Naroditskaya, I. (2006). Music of the Sirens. Amsterdam University Press.
Cannell, C. (2019). From Bird-Woman to Mermaid: The Shifting Image of the Medieval Siren. Voor de paper, volg deze link.
Crull, C. V. (2021). Idealizing the Bodies of Medieval Mermaids: Analyzing the Shifted Sexuality of Medieval Mermaids in the Presence of Medieval Mermen. Berkeley Undergraduate Journal, 35(1).
Dorofeeva, A., Wollmann, P. T., Döring, K., & Bock, N. (2014, 15 mei). The Siren: a Medieval Identity Crisis. Mittelalter.
Elbein, A. (2018, 6 april). Sirens of Greek Myth Were Bird-Women, Not Mermaids. Audubon.
Homeros, H. (2016). Odysseia (I. Dros, Vert.; 21ste editie). Uitgeverij G.A. van Oorschot B.V.
Santarelli, C., & Christie, P. W. (2011). Female Archetypes in Belgian Surrealist Painting. Music in Art, 36(1/2), 311–326.